Opeens zag ik in mijn ooghoek een graspad. Leuk, daar gaan we in! Het eerste half uur was het nog wel grappig als de fietsen vast zaten in de blup.
De jongens werden al wat onrustig. Waar zijn we mam? Uh..?!
We zijn toch niet verdwaald, mam? Hoe moet dat nou, mam?
Ik probeerde nog te verduidelijken dat een wandeling door het bos niet altijd een weg is van je auto naar het pannenkoekenhuis (of iets dergelijks). De jongens keken me na deze uitspraak een beetje glazig aan en ik besloot het over een andere boeg te gooien.
Natuurlijk waren we niet verdwaald, we waren op ontdekkingsreis. We waren hier om nieuwe paden te ontdekken, geluiden te horen, te ruiken, schatten te zoeken. Ja, hier konden de mannen iets mee en vol goede moed volgden ze mij, de expeditieleider, nog bijna twee uur door het bos tot bij de auto.
Bijna drie uur later kwamen we met stoere verhalen en heel veel dorst thuis. De jongens wilden best nog wel een keer op ontdekkingsreis, maar dan wel met genoeg proviand. De expeditieleider bekende schuld, beloofde beterschap en trakteerde op een ijsje.
Een echte ontdekkingreiziger heeft inderdaad altijd z'n knapzak bij zich.
BeantwoordenVerwijderenLeuk zeg! En slim bedacht, van die ontdekkingsreis. Dat maakt het toch ineens weer heel spannend!
BeantwoordenVerwijderenLeuk, even van de gebaande paden af, daar is het ook vaak veel mooier!
BeantwoordenVerwijderen